- inhouden
- {{inhouden}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [algemeen]contenir2 [niet uitbetalen] retenir⇒ déduire3 [ingetrokken houden] rentrer♦voorbeelden:1 de adem inhouden • retenir son soufflehij kon zijn lachen niet inhouden • il ne pouvait s'empêcher de rirezijn tranen inhouden • refouler ses larmes2 er wordt een zeker percentage ingehouden • on déduit un certain pourcentage3 z'n buik inhouden • rentrer le ventreII 〈wederkerend werkwoord; zich inhouden〉1 [zich bedwingen] se contenir⇒ se retenir♦voorbeelden:1 ik heb me maar ingehouden • je me suis retenu
Deens-Russisch woordenboek. 2015.